Het onderwijs op onze school

In een rondgang door onze school, zijn een verschillende kenmerken van ons onderwijs zichtbaar en herkenbaar in de groepen en in de hal. Dit zijn:
- Veilig schoolklimaat
- Zelfstandigheid bevorderen en ontwikkelen: van leerkracht gestuurd naar leerling gestuurd 
- Oplossingsgericht denken en handelen 
- Ontwikkelingsgericht:werken in de onderbouw
- Werken vanuit leerdoelen en leerlijnen bij rekenen en taal 
- Zelfverantwoordelijkheid of eigenaarschap.van de leerling
- Coöperatief leren: samenwerken en samenleren zijn een 'gewoonte'

Veilig schoolklimaat

Door schoolregels aan te bieden met de hele school in de hal, door groepsregels samen met de kinderen te maken en de pleinregels te waarderen en te accepteren, zijn we in staat met elkaar een fijn 'leef - en leerklimaat' te realiseren. Daarbinnen mag iedere leerling zijn wie hij is en 'trots' zijn wie hij is.
Na iedere vakantie staat de ontwikkeling van de groepsdynamiek centraal. De leerkracht zet activiteiten in om het 'wij-gevoel' te versterken en elkaar op een andere manier te leren kennen. Voorbeelden hiervan zijn: vertelsels, spelen gericht op samenwerken of samenleren, 'over de lijn', groepsgesprekken of groepsspelen. 

Ontwikkelingsgericht werken in de onderbouw

In de groepen 1/2 wordt ontwikkelingsgericht gewerkt. De thema's waarbinnen gewerkt wordt, sluiten aan bij de belevingswereld en zijn herkenbaar in de échte wereld. Echte materialen, taalrijke contexten en betekenisvol leren zijn hierbij belangrijke facetten.
De zone van naaste ontwikkeling is belangrijk; een leerling leert wat het kan en wat het nodig heeft om een volgende stap te zetten. 
Daarbij is de rol van de leerkracht cruciaal. Zij moet met gerichte observaties de volgende stap initieren door gerichte ontwikkelingsactiviteiten te ontwerpen of te formuleren. Daarnaast is de rol van leerkracht ook belangrijk in het spel. Herkenbaar zijn het voor-spelen, het na-spelen, maar ook het uitdagen om spel op een hoger plan te brengen. De leerkrachten stimuleren een breed aanbod in de persoonsontwikkeling, waarbij verschillende contexten, vaardigheden en het gebruik van taal belangrijk zijn in het aanbod binnen een thema
De 5 gebieden die OGO herkent in het activiteitaanbod zijn: spelactivteiten, constructieve en beeldende activiteiten, lees- en schrijfactiviteiten, gespreksactiviteiten en reken/wiskundige activiteiten.

Bevorderen van zelfstandigheid 

Vanaf groep 1 wordt de leerling al uitgedaagd om steeds meer zelf te doen en na te denken over hij dit kan of moet doen. Dit begint 's morgens al met de inloop, waarbij de leerling zelf de tas uitpakt en de jas ophangt. Door de jaren heen worden de leerlingen hierin begeleid en leren ze naast het uitvoeren van dagelijkse activiteiten ook steeds langer zelfstandig te werken in de groep. De regels die een leerling leert hanteren om te zoeken naar (tijdelijke) oplossingen worden aangeleerd en herhaald, zodat de leerling zichzelf verder kan ontwikkelen. Voorspelbaar leerkrachten gedrag is hierbij belangrijk en krijgt volop aandacht bij ons op school.

Werken vanuit leerdoelen en leerlijnen

Vanaf groep 5 werken we met Snappet voor taal, spelling en rekenen. Door de inzet van digitale middelen zijn wij in staat de leerling te volgen en te coachen waar nodig. Net zoals bij het kleuteronderwijs is observeren en analyseren van de leerling en de toetsresultaten steeds belangrijker. Inplaats van klassikale instructielessen en voor iedereen dezelfde instructie is het mede door het werken aan leerdoelen en leerlijnen mogelijk om de leerling op maat te bedienen. De leerlingen helpen bij de volgende stap door gepaste instructie of aanbieden van verdiepende opdrachten zijn rollen van leerkrachten die functioneel kunnen worden toegepast door het werken met behulp van digitale middelen. Schrijven vinden we wel belangrijk en laten daarom sommige taallessen, de instructielessen spellen en de stellessen schrijven met pen of potlood.

Oplossinggericht werken

Oplossingsgericht werken is een manier van kijken naar de wereld, naar situaties en naar mensen. Ons gedrag wordt beïnvloed door ideeën en overtuigingen. Wat we geloven, wordt beïnvloed door ervaringen. De kunst van oplossingsgericht werken is dat leerkrachten en leerlingen positieve situaties ervaren, waardoor ideeën en overtuigingen beïnvloed worden en daarmee ook het gedrag. De leerkracht en de leerlingen gaan samen op zoek naar positieve ervaringen en bedenken oplossingen om meer positieve ervaringen te creëren.
Met oplossingsgericht werken gaan leerlingen naar de gewenste situatie kijken en leren oplossingen te bedenken om deze gewenste situatie te bereiken, uitgaande van hun eigen competenties en capaciteiten. De relatie tussen leerkracht en leerling is een krachtig instrument om doelen te bereiken. De leerkracht werkt mét de leerling om oplossingen te zoeken. ‘Los het op met oplossingen!’ 

Zelfverantwoordelijkheid of eigenaarschap van de leerling

We proberen vanaf groep 1, de leerling steeds te betrekken bij het eigen leerproces door hier over na te denken. 'Kan ik dit al', 'wat heb ik nodig om het te leren' of 'wat heb ik hiervan geleerd en ga ik de volgende keer anders doen' zijn typische vragen die een leerkracht de leerling helpt stellen in gesprekken. 
In de groepen 1 t/m 4 zie je bijvoorbeeld 'de raket'. Hierop wordt een doel geschreven en de leerlingen geven zelf aan of ze het doel al beheersen of dat ze nog ruimte nodig hebben om te 'leren'. Telkens komt het doel terug, zodat alle leerlingen het doel kunnen behalen. 
Vanaf groep 5 komt de leerling mee naar de leerlinggesprekken. De leerling vertelt aan zijn ouders en de leerkracht wat goed gaat en wat nog aandacht verdient. Samen worden leerdoelen geformuleerd voor de komende perioden en afspraken gemaakt over de werkhouding. Deze worden bij een volgend gesprek geëvalueerd.